‘A jn heul dien buuk wil schilderen dan ei jn éé wat verf nodig!’ grapte hij met de nodige zelfspot, terwijl hij in de gang op zoek ging naar z’n witte klompen. ‘Dien klompen heuren dr bie heej.’
‘Kiek, wat wil je dat ik aan hei?’ zei hij, gekleed in zijn visserskleding. ‘K hè dit netuurlijk, maar ‘k hè hier ook m’n visserstruu. Da’s echt van hiere. Da’s echt van Erremuu. In Urk hen ze dat bijvoorbeeld nie. Dit hek nie zelf genaaie heur. Maar die polletjes hek er wel zelf an gehangen.” Hij lachte: ‘De vrouwen uut Erremuu zeiden vroeger altied: ‘Een truu met slongen doet mijn hart naar verlongen.’
‘Slangen?’ vroeg ik. Ik zag geen enkele slang. Hij wees naar de banen op zijn trui en ging in de houding staan bij zijn kast. ‘Hoe moek stea? Hoe wil je mien dr op he?’
Ik was bij een visser uit Arnemuiden. Hij vertelde dat hij zelf ook graag tekende en schilderde. Nu wat minder, maar al snel pakte hij zijn schetsboek er bij. Bladzij na bladzij kwamen de verhalen los. Over ‘Het manneke’ die op de mast van vissersboten staat. Aan de voorkant een blij gezicht. Aan de achterkant een droevig gezicht. De toekomst met hoop tegemoet zien, maar het verleden ‘is toch vaak droevig heej’.
Hij bladerde verder. Pagina’s vol bommen. Tot wel 9 meter lang! ‘Viste je bommen op?’ schrok ik. ‘Joa, dat hebeurde wel vaker hoor!’ ‘Maar was je dan niet bang dat zo’n ding zou ontploffen?’ ‘Joa dat ging natuurlijk wel is mis maar dat was dan een heul eind achter ons’. (Ik weet niet of hij toen honderd meter of een paar honderd meter zei.)
Ik merkte dat ik weinig wist over de visserij en leerde een heleboel. Netten hangen blijkbaar ver achter de boot. Eerst heb je een ijzeren net waar de troep in blijft hangen, maar waar de vissen doorheen kunnen zwemmen. Daarachter zit het daadwerkelijke visnet.
Hij sloeg weer een bladzijde om in zijn schetsboek, naar iets wat leek op een kaarsenstandaard. Hij vertelde dat hij er ook écht een kaarsenstandaard van had gemaakt. Hij besloot de pin te verwarmen met een gasvlammetje van het fornuis om zo de dikke kaars er op te kunnen laten zakken. Plotseling ontplofte de hele boel! Huid open, afzuigkap kapot, bril kapot, kleding stuk. Het bleek het ontstekingsmechanisme van een zeemijn te zijn! ‘Maarja…niemand van ons wist dat netuurlijk!’ ‘Joa en dan moet jn noar het ziekenhuis en dan laeten ze jn heweun zitten. Dien dochten dak mee vuurwerk had gespeuld want het was mee ouwejaere.’
Hoe dan ook. Dit is een schilderij van een echte Zeeuwse visser. Eén van de weinige schilderijen die ik niet in opdracht heb gemaakt. Ik noem het schilderij: ‘D’n visser mee z’n truu an.’ Binnenkort komt hij te koop nadat hij is ingelijst. Mocht je interesse hebben kun je dat alvast aangeven via het contactformulier.